Met haar knieën hoog opgetrokken en met haar neus in de kol zit mijn dochter op de bank in de veel te grote trui. Haar gezicht blozend en haar haren wild. Ze wacht op groen licht van de waterkoker. Op het dienblad in de keuken staan twee kopjes, twee sneetjes krentenbrood en twee glaasjes jus te wachten op vervoer naar boven.
‘Dit is zoooooo’n lekkere trui mam. Ik ga de volgende keer ook zo’n grote trui kopen.’
Ik glimlach. Ik weet een heleboel te zeggen dus ik houd mijn mond. Het is lang geleden maar ik kan me het nog heel goed herinneren. Een warm gevoel. Je hoort bij hem. Door zijn trui te dragen zeg je dat zonder woorden.
Leuk geschreven! Ik draag nu zijn trui.
Liefs, je dochter
Mooi! Ik moest wel even nadenken voordat ik door had voor wie die twee kopjes etc nu eigenlijk bedoeld waren.
@ Hay, Dank je voor je commentaar. Betekent dat ik de volgende keer duidelijker moet zijn.