Vandaag liep iemand tegen mij en mijn woorden aan.
Ik plakte op. Hij zag mij staan.
Hij vroeg wat Apotheose betekende.
Ik heb het hem bij het schijnsel van de maan verklaard –eigenlijk was het een lantaarnpaal?-.
Hij vroeg mij wat ik deed.
Ik zei dat ik schreef.
Het waarop ontviel hem –of zei hij nu waarom?–
Op stickers. Op papier. Op fietsen als het aan mij zou liggen.
Waar mijn rijdend reclamebord was.
Dat deze fiets gejat mag worden. Mijn kunst niet.
Hij vroeg of ik kunstenaar was.
–wat is kunst?– Ik zei ja.
Hij gaf zijn kaartje. Ik gaf mijn hand.
Het was een rooie. Goeie kleur. “We sterven uit. Dus plant je voort” –dacht ik nog..–
Recente reacties