Je huilt. Omdat je nu zelf overkwam waarover jij oordeelde met hysterische deurslaanderij en verwijten. ‘Vieze slet’, die ze was. Je greep je vader vast en huilde met hem mee, schreeuwde dat zij niet moest janken. Dat het haar schuld was.
Pas nu begrijp je hoe makkelijk het gaat, of hoe moeilijk het niet gaat. Dat ze toen niet alleen huilde om jouw tieren maar ook om alle teleurstelling. In het lichaam van haar man maar vooral in zichzelf. Maar voor goedmaken is het al jaren te laat.
Je kleed je aan; je moet naar huis. Daar zul je je man kussen, zeggen dat het ´druk´ was en zijn ogen vol vermoeden proberen te vermijden.
Recente reacties