De oude heer (14 jaar) vlijt zich neer op de warme aarde van onze, pardon zijn, tuin, zich koesterend in de ochtendzon. Hij ligt nauwelijks als een buurjongetje van een week of veertien hem aarzelend nadert.
‘Ik wil wel met je spelen’ lijkt het jongetje te zeggen.
De oude heer gromt maar beweegt zich vooralsnog niet.
“Waarom wil jij niet met me spelen’, de kleine is tot op een meter genaderd.
De brombeer staat op, kromt zijn rug en blaast, ‘oprotten zeg ik’.
Het joch begrijpt het niet, houdt aan. Dan sjokt de bejaarde achter het vrouwtje aan naar binnen, mopperend dat hij nooit eens lekker rustig in het zonnetje kan liggen.
Buurjongetje gaat maar met buurmeisje (vijf maanden) spelen.
Recente reacties