Hij was gekrenkt, geraakt, gekwetst tot diep in zijn hart. Hij was afgedankt, als oud vuil aan de kant van de straat gezet.
Zonder boe of bah, zonder een woord van empathie. Niet goed genoeg; voor jou een ander. Hardvochtig en zonder pardon.
Twee jaar geleden was hij triomfantelijk ingehaald als ware hij de nieuwe held op het politieke strijdtoneel. De verlosser, de gedoodverfde winnaar, de man die de partij de grootste zou maken.
Niets was minder waar. Hij was te fatsoenlijk. Hij liet opponenten uitspreken. Hij maakte hen niet belachelijk. Hij gedoogde kleinering. Hij was niet de man van de oneliners.
Gedesillusioneerd keerde hij de residentie de rug toe. Zijn oudtestamentische naam had echter ook weinig hoopvolle verwachtingen gewekt.
Mooi stukje!
Dank.
Voor het eerst dat ik aan het boek Job denk in verband met Cohen…
Jobstijding was toen al niet pluis.