De opbouw van een column.
Kop, middenstuk en staart.
Hoezo, wie bepaalt dit?
Er zijn geen regels voor ‘echte’ schrijvers.
Een column is een kort stukje proza.
Een regel zou kunnen zijn; maximaal 120 woorden.
Proza is tekst zonder inhoud en vorm.
Als ik inhoud toevoeg door een woordverbuiging omzichtig te laten verschuilen in relativerende betogen waarmee ik de betrekkelijkheid aan geef van mijn stelling, kan ik de plank volkomen misslaan.
Ik krijg uw waardering niet en dan ben ik de hele dag depressief.
Als ik inhoud toevoeg door een steek onder water met humor en u snapt de clou niet, weer een dag depressief.
Als ik voorspel dat het Nederlands elftal morgen van Duitsland verliest. Dat is pas inhoud!!
Das ist geloel!
Das sollen wir ja sehen über einige stunde! Ja!
Ik buig het hoofd. Nee erger nog, ik leg het hoofd in mijn schoot.
Kop op joh, we hebben nog een piepklein kansje, en die pakken we. Brr … had even een nachtmerrie.
Ik krijg inmiddels het hoofd niet meer uit mijn schoot. Weet niet wat het is, het lijkt wel zwaarder geworden.