Het vuur brandde de laatste houtsnippers weg. Hij wist dat het nu tijd was om weer verder te gaan en warmde zich nog even aan de laatste smeulresten.
De zon was nu al meer dan twee maanden verscholen achter een dikke grauwe wolk. Groen werd grijs. Licht werd donker. Mensen werden…anders.
De bittere honger knaagde aan zijn slokdarm. Hij had al dagen niets meer kunnen vinden. De huizen waren leeg geplunderd. Hij had nog een paar kattenbrokjes en wat poedermelk in zijn jas.
Toen hij de schreeuw hoorde moest hij zich bedwingen niet heel hard te rennen. Hij vocht tegen de adrenaline en zette zijn voeten heel voorzichtig neer. Ze roken hem, dat wist hij zeker.
Blijf kalm. Kalm.