Wat is dat toch met me? Met enige regelmaat kijk ik op mijn smartphone of een of meer van mijn tegenstanders hun zet gespeeld hebben in Wordfeud. En dan ben ik klaar voor een tegenzet, soms mopperend op het gebrek aan klinkers of juist medeklinkers, soms enthousiast over de mogelijkheden die de combinatie van letters op mijn plankje me biedt. Ik lijk verslaafd te zijn aan het spelletje.
En dat terwijl het een constante ergernis is dat de woordenlijst die achter het programma steekt de meest vreemde woorden accepteert en de gewoonste woorden afkeurt. Wel njet, houset, blet en ju, maar de normaalste Nederlandse woorden staan niet in de lijst. En toch, hè, iedere keer weer accepteer ik een uitnodiging.
Recente reacties