Het bed ligt nog zoals je me verliet de ochtend van 29 september. De handdoek waarmee je het laatst je naakte lichaam afdroogde ligt uitgespreid aan mijn voeteneinde, ook nog door mij gebruikt na je vertrek om je nog tegen me aan te kunnen voelen. De deken met sporen van onze hartstocht ligt opgerold in een hoek. Een hartstocht die er eigenlijk niet meer mocht zijn. Het lijkt op een schilderij van een stilleven; een stil leven, ja, het is stil.
Zucht. Sad, zo’n stilleven.