Langzaam rijdend met de kaart op het stuur en het routeboek naast zich, tuurde hij met zijn bezwete voorhoofd de verte in. Hij kon de blik van afgunst van zijn vrouw al in zijn nek voelen. Waar was verdomme toch die wegwijzer? Had hij er een gemist? Voor de tweede keer reden ze nu terug over het kale landweggetje. Een diepe zucht klonk vanaf de achterbank. Hij staarde voor zich uit. Ze hadden de aanwijzingen goed verstopt zeg. Daar had hij zich wel in vergist. De felle zon deed zijn niet aflatende werk op het dak van de oude camper. Maar hij gaf niet op. Hij wist het zeker, het Pieterpad is er ook voor auto’s. Eindelijk, daar, een pijl.
Recente reacties