Sinds ze geen suiker mocht hebben, hunkerde ze naar zoet. Een blokje pure chocola was toegestaan maar wat miste ze zoet broodbeleg! Altijd brood met hartig ging haar vervelen, van rauwkost hield ze niet.
Dus maakte ze ’s ochtends een halve banaan klaar voor op haar boterham. Ze sneed de banaan met zorg in tweeën en verpakte het ongebruikte stuk in folie. De andere helft verdeelde ze in dunne plakjes zodat de hele boterham was bedekt. Twaalf partjes wist ze van haar lekkernij te maken, twaalf kleine taartjes. Met haar ogen bijna dicht at ze, zachtjes smakkend. Ze knikte naar de foto van haar overleden man: “Zie je lief, met een beetje zoet is het leven zo slecht nog niet.”
Recente reacties