Ergens, hier niet ver vandaan, ligt een pen met smart te wachten tot hij dood zal gaan. Nauwelijks ter hand genomen, is hij verbannen tot een bestaan als mislukkeling. Hij ligt op zijn plekje onder een stapel papier en berust in zijn lot. Opgedroogde inkt maakt hem nutteloos en onwaardig. Hij snakt naar verlichting en het einde van zijn bestaan. Een snel heengaan is hem echter niet gegund: er verschijnt een hand en weg is de stapel papier! Daar ligt onze pen trots en fier. Weg zijn de sombere gedachten. Hij jubelt dat hij eindelijk is uitverkoren. Zijn droom komt in vervulling, de dood is naar de achtergrond verdreven. Hij richt zich vol overgave op het voltooien van een verhaal.
De pen en het lege papier,
die schrijven telkens met sier.
Maar de hand die hem vasthoudt,
heel jong of heel oud,
Is de bron van het leesplezier.