Ooit, lang geleden, leefden in een heel ver land een kaboutervrouwtje en een kaboutermannetje gescheiden van elkaar, ieder gevangen in een knellend huwelijks bestaan. Zij vierden uitbundig hun geheime liefde, bepotelden elkander waar zij maar konden en luidruchtig bovendien. Ontdekking van hun romance kon dus niet uitblijven. Een boze buurvrouw alarmeerde het hoofd der school, mijnheer pastoor en de ombudsman. Ook belde zij de marine. De autoriteiten kwamen langs. Dat dat zo toch niet kon, al dat heimelijke gedoe. Het kaboutervrouwtje en haar mannetje namen een kloek besluit en spraken tot hun gezinnetjes: āWelaan, het moet er maar van komenā en pakten hun koffertjes. En zij leefden nog lang en gelukkig, ondanks wurgende alimentatieverplichtingen, twee huilbabyās en een lekkend paddenstoelendak.
Recente reacties