De kaars was gedoofd. Licht was niet meer. ‘Waar ben je gebleven, Lichtje?’ riep Donker.
Hij bekeek de plek waar Licht zojuist nog was, nog eens grondig. Er was niets meer te bekennen. Angstvallig deinde Donker achteruit. Paniek maakte zich van hem meester.
Snel als de wind stoof Donker de kamer uit. Waar kon Lichtje zijn? Zijn blik gericht op de grond beneden hem, zocht Donker naar zijn Licht. Maar waar hij ook zocht, hij kon haar niet vinden. Totdat hij bij een waterplas kwam, en de volronde schittering van Licht in het rimpelende water zag weerspiegelen. Snel sloeg hij zijn ogen op en keek omhoog.
‘Ah, daar ben je, Licht,’ zei Donker opgelucht. ‘Zonder jou ben ik niet compleet.’
Beste Odette Gerardu, welkom op 120w! We vinden het leuk dat je meeschrijft op onze site! Als je vragen of opmerkingen hebt horen we het graag, bijvoorbeeld op ons schrijversforum. En vergeet niet dat je altijd in gesprek kunt gaan met je collegaschrijvers via de reactiepanelen.
Groeten en veel 120 woorden lees- en schrijfplezier gewenst!
De 120w-redactie