‘Er was eens… er was eens!’ schreeuwde de zeemeermin. ‘Ophouden! Jullie twee zitten al in zo veel sprookjes. Nu ik weer!’
De prinses en de kikker keken de halfdronken zeemeermin verbaasd aan.
De zeemeermin schoof hen een zilveren beker toe: ‘Hier lekker!’
‘Haha,’ lachte de prinses, ‘ik ben geen kikker, die beker kennen we uit andere sprookjes!’
De kabouter frummelde aan zijn puntmuts en loensde naar de zeemeermin: ‘Je bent dronken!’
Toen pakte de zeemeermin de beker en nam zelf een flinke teug. ‘Gewoon pure whiskey!’
De kikker lachte en veranderde pardoes in een prins. De prinses glunderde.
De kabouter klom op de tafel en bekeek de borsten van de drinkende zeemeermin van dichtbij.
‘Lang!! Gelukkig!!’ riep men in koor.