Er was eens een land, hier niet ver vandaan, dat bestuurd werd door een koningin en haar zoon. Zij bezaten toverkrachten. Iedere dag konden ze een wens doen, die uitkwam.
Op een ochtend werd de koningin wakker. Ze riep haar zoon bij haar hemelbed. ‘Wat wensen we vandaag, jongen?’
De prins pakte zijn logboek en ging met zijn vingers langs de uitgevoerde wensen. Af en toe noemde hij er één hardop. ‘Niemand gehandicapt of ziek… Iedereen werk…’
De koningin knikte, want ze herinnerde zich elke wens.
‘Alle mensen rijk… Pedofilie uitgeroeid…’ De prins klapte het logboek dicht. ‘We hebben alles gewenst, moeder.’
‘Mooi.’ De koningin draaide zich om en sliep tevreden verder.
En alle onderdanen leefden nog lang en gelukkig.
Beste Trenke, welkom op 120w! We vinden het leuk dat je meeschrijft op onze site! Als je vragen of opmerkingen hebt horen we het graag, bijvoorbeeld op ons schrijversforum. En vergeet niet dat je altijd in gesprek kunt gaan met je collegaschrijvers via de reactiepanelen.
Groeten en veel 120 woorden lees- en schrijfplezier gewenst!
De 120w-redactie