In de herfst dwarrelen blaadjes van de bomen. De berkenblaadjes verkleuren net zo goud als mijn haar ooit geelgoud was. Het bruinrode blad van de wijnrank lijkt op verdorde huid.
Zilveren spinnenwebdraden schitteren van takkentwijg tot twijg in het lage zonlicht. Een vlieg, in het web verstrikt, wordt door een spin keurig ingekapseld en verslonden. De luizengedachten in mijn spinsels verstikken in mijn zilverkleurige, keurig gekapt haar.
De late herfst laat het afgevallen verdorde blad wegrotten als voedsel voor de natuur.
Na een lelijke dwarreling krijg ik een titaniumheup. Een gouden kroon schittert in mijn gebit. Zilver, goud en titanium blijven na mijn overlijden achter en worden mij ontnomen, voor recycling.
De lijkresten gaan ondergronds voor natuurlijke voeding en balans.
Recente reacties