De greep in de keukenla is geen lukrake. Ik heb een lepel nodig en pak al jaren hetzelfde exemplaar. Vaak gedachteloos, maar zo niet vandaag.
Mijn vingers strelen, bijna ongemerkt, liefdevol over de inscriptie. De letters A.W.S., Aluminium-Walzwerke Singen, brengen me terug naar lang vervlogen tijden. De lepel is een tastbare herinnering aan het dwangarbeiderschap van mijn vader. Opgepakt en afgevoerd naar het oorlogvoerende Duitsland, waar de āeigenā jongens dienst deden als kanonnenvoer.
Mijn vader vertelde niet graag over die donkere periode. De enkele keer dat hij wel iets losliet, was het niet meer dan een flard. Zijn overlijden, op 23 augustus 1989, verhinderde dat de flarden uitgroeiden tot iets compleets.
Het verhaal van de lepel blijft nu voorgoed onverteld.
Misschien niet meer direct, maar wel indirect tastbaar.