‘Hoi Karin, moet ie hierin of moet ie daarin of heb je er liever een sigaar in?’
‘Haha, altijd lachen met u.’
‘We waren kwajongens, maar aardige kwajongens. Dat zegt je niets hè? De jaren 60 en 70, taboedoorbrekende tijden. Ik stopte een sneeuwbal in een meisje haar broek. Niet uit seksuele frustratie. Gewoon een jeugdzonde. “Lekker fris,†zei ik. Het had niets om het lijf, de meisjes ook niet in de tijd van vrije seks, drank, drugs en rock-‘n-roll. Taboes zijn weer zo gesloten als oesters, totdat je ze door je slappe gelul verjaard stinkend openmaakt.
Een doos sigaren graag. En doe ook maar zo’n geurkaas, anders zeikt mijn vrouw weer.’
‘Niet voor inwendig gebruik, hoor.’
‘Ik inhaleer niet.’
Tja ….
Niet gezien, wel over gelezen. Inderdaad tja…wat moet je hierop zeggen? Grt.
Levja, Luc. Er zal nog oeverloos over gediscussieerd worden: door voor- en tegenstanders. Een grijs gebied schijnt niet te bestaan.
Wie wil er in een grijs gebied opereren, Han?
Levja. Niet alles is zwart-wit.
Zeker niet Han, niet alles is zwart-wit, nooit beweerd en ik beweer dit ook nu weer niet.
@Han: tijden veranderen en met de kennis van nu…etc. Maar het is al langer tijd om deze bejaarde puber een keer echt confronteren met zijn grove teksten. Dan gaat het niet zozeer om wat hij toen deed, maar hoe hij er nu lacherig over praat, én de lachers op zijn hand krijgt. Of had hij misschien gewoon geen zin meer in, om als een Heintje Davids weer terug te keren.?
Lisette. Natuurlijk is hij bot en grof. Maar als je je moet verantwoorden dat je ergens om lacht… Want zo uitgebreid gaat de woke-familie van Nederland hiermee om. Roomser dan de paus. En nee, ik heb er beslist niet om gelachen.