‘Dan spuit je toch geen pepperspray in mijn ogen? Gek!’
‘Stelt u zich niet aan. Met oogdruppels bent u er zo weer vanaf.’
‘Wie handhaaft er nu wat en wie?’
‘Het spijt me wel, maar u bent al twee keer gewaarschuwd. Als ik niet had ingegrepen…’
‘Ik weiger mensen te controleren of ze…’
‘Dan zal ik wéér optreden. Mogelijk wordt uw zaak dan gesloten.’
‘Weet u hoeveel beschonken wappies in mijn kroeg komen?’
‘Dat geeft u nog niet het recht om het te doen. Zonder controle.’
‘Het is zinloos. Wappies hebben geen coronapas!’
‘Coronapas…? Voordat u ze in de gracht gooit, bent u verplicht ze naar hun zwemdiploma te vragen. In onderbroek of naakt alleen A, volledig gekleed ook B.
Beste Han, hoewel er duidelijk fictie boven het verhaal staat wordt hier toch de suggestie gewekt dat een Boa uitgerust zou zijn met pepperspray. Dit is beslist niet het geval. Het (pepperspray) valt onder de wapenwet en is daarmee verboden om te dragen, te bezitten of te gebruiken. Ook heeft de Boa geen stalen handboeien maar plastic exemplaren, mochten die al uitgegeven worden.
Geen commentaar op het verhaal wel op de suggestie die een verkeerd beeld van de boa zou kunnen bewerkstelligen. Hopelijk neem je me het niet kwalijk. Ik wil beslist niet de betweter zijn hier. Grt.
Luc. ‘Scherp’ dat je de pepperspray erbij haalt. Al meer dan een jaar wordt er gesteggeld over de (uitschuifbare) wapenstok en pepperspray als wapenuitrusting voor boa’s. Grapperhaus wil hier niet aan.
‘Mijn boa’ gebruikt het (fictief) alvast. Voor mijn stukje. Het vragen naar zwemdiploma’s zal een boa ook niet doen. Mijn boa wel. De essentie van dit stukje, waar sommigen de humor van inzien.