‘Beste bakkers, de opdracht is om in precies honderdentwintig minuten een taart te bakken met als thema noten. Dus aan de slag met het beslag!’
In een flits zie ik wat ik moet maken, iets dat past binnen het thema, maar wel met een originele invulling, iets waar de andere bakkers vast niet op komen. Het is belangrijk dat de jury er op valt en dat het goed is voor een kwinkslag van André.
Ik ben kwistig met amandelen en pinda’s, hoewel dat voor de culinaire puristen strikt genomen geen noten zijn.
‘Nog twintig minuten, maak van de noot een deugd’, roept André.
‘Een stevig bouwsel’, constateert Robèrt.
Janny: ‘Niet zo goed voor de lijn, maar wel verrukkelijk, deze pindataart.’
@José. Denk je dat je gaat winnen?
@Han, dat hangt van de strenge jury af, je weet tevoren nooit of het een misbaksel of een geslaagde taart wordt.
@José. Succes ermee!
@José, wat een vondst, jouw gebruik van het themawoord. En ik krijg zin in die taart!
@Cora, dank, ik kwam er vanmorgen in een toestand tussen slapen en waken op, ik dacht eerst aan taart en toen kwam die pinda om de hoek kijken en pakte ik de vorm van heel Holland bakt, een programma dat ik een enkele keer heb gezien en er is natuurlijk ook nog een parallel met de 120 woorden competitie, vandaar die 120 minuten. Overigens, als de taart maar smaakt!
@José. Ter aanvulling op mijn eerdere reactie: versgebakken schrijf je aan elkaar. En de punt in de laatste zin valt binnen het aanhalingsteken.
José: heerlijk hapklaar brokje verhaal.
Dank voor jullie reacties, @Han, ik heb het aangepast
@José. Excuus dat ik het zo laat zag. Doet niets af aan het stukje, natuurlijk.
Dat van dat versgebakken had ik zelf niet gezien, dat van dat leesteken was een slordigheidje.
@Van harte gefeliciteerd!