‘Mevrouw Broborski laten we bij de les blijven. Mijn probleempje heeft u inderdaad goed verholpen. Nu wil ik echter uw hulp inroepen bij deze delicate kwestie. Graag uw antwoord.’
‘Nou rechercheur, als u het zo formeel wilt stellen, ik kan kort en bondig zijn. Ik heb geen contact gehad met… Hoe zei u ook alweer dat ze heette?… Charley?… Juist ja. Met Charley. De naam en het meisje zeggen mij niets.’
De deur van de verhoorkamer gaat open en de hoofdrechercheur stapt binnen. Ze fluistert Koploper wat in ’t oor. Het enige dat Taar kan opvangen is iets over Zaanse methode. Zaanse methode? Nee, niet de Zaanse verhoormethode. Maar helaas, het is te laat. Ze kan geen kant meer op.
Recente reacties