Niets kon Cora meer bekoren dan koken in haar keuken. Als het maar even kon – dus als ze haar werkzaamheden in en rond het huis had afgerond, en als de kinderen haar de rust gunden (of voor de tv waren geplant met een dvd) – dook ze in een dikke stapel kookboeken en zocht haast kwijlend een recept uit. Met een gevoel van opwinding fietste ze vervolgens naar de supermarkt, en eenmaal thuis begon ze meteen te hakken, snijden en pureren dat het een lieve lust was. Vooral het voorbereidende werk hielp haar te ontspannen; gedachten op nul. Haar ultieme liefde was de vijzel: al ronddraaiend vermaalde ze al haar zorgen tot gruis, terwijl ze probeerde haar gelukzalige grijns te bedwingen.
Een heerlijk stukje, Diana. Vooral de slotzin.