De zon staat hoog aan de hemel als de boer over het land loopt. Na dagen van maaien, schudden en wiersen, is het hooi gisteravond in balen geperst.
Hij snuift de kruidige geur van het gedroogde gras op: teken van een goede oogst. Zwijgend steekt hij met zijn zoon de pakken op de platte wagen. Zweetdruppels parelen over hun gezichten, terwijl ze de gaffels bij elke baal stevig beet grijpen.
Als de geladen kar eenmaal op het pad staat, loopt hij terug om het hek te sluiten. Drie palen markeren de plek tussen de stoppels waar hij zorgvuldig omheen gewerkt heeft. In de verte ziet hij de vogel aankomen. Nu de rust is wedergekeerd, vliegt ze terug naar haar nest.
Een kievit is een weidevogel. Ik denk niet dat die tussen het graan een nest heeft. Gedroogd gras vind ik ook niet echt passen bij een graanakker waarvan pakken stro komen.
Verder wel goed.
@Marjo. Het betreft hier geen graan, maar grasstoppels (het woord stoppel wordt niet alleen gebruikt voor graangewassen, maar ook voor afgemaaide grasstengels of bv maïs). Mijn tekst spreekt dan ook over hooibalen, er wordt nergens naar stro verwezen.
Beste Karin,
Je hebt gelijk in de hooi-stro- kwestie. Er staat wat er staat, om het met Nijhoff te zeggen.
Aardig stukje.
Met vriendelijke groet,
Chris
Goed geboerd!
Groet en een hartje, Rolf van der Leest
Helemaal jouw thema, je hebt er weer een mooie invulling aan gegeven. Kortom: een echte ‘Karin’!
@Chris en @Rolf, dank jullie voor het lezen!
@Irma, ja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, eens een boerendochter….
Karin Gene,
Mooi, mooi, mooi even netjes om het nestje heen werken. Zelf heb ik tussen het platteland gewoond.
Als je zo iets zou voorstellen zijn er boeren bij die zeggen: “Witte wa da kost?”
VmetdeVorK.
@VmetdeVork, en dan waren die boeren hun zin vast begonnen met “Wanne kwats”
Heel mooi en sfeervol geschreven, @Karin
Zuster Karin,
Die boeren misschien wel.
In de vlakke en vruchtbare landerijen van Hank zou een agrariër zeggen: “Klets.”
VmetdeVorK.
mooi landelijk tafereel
@Karin, heel sfeervol geschreven.
In de eerste zin is de zon het onderwerp. Daarom kun je beter de boer of de man schrijven in plaats van hij. omdat er nu staat dat de zon over het land loopt.
Het is goed om minstens één keer de naam of hoedanigheid van de hij te benoemen.
In de tweede alinea kan de puntkomma beter een dubbele punt zijn omdat er een verklaring volgt en niet een zinsdeel welke ook een zelfstandige zin zou kunnen zijn.
Wanneer de boer samen met zijn zoon aan het werk is, dan komt het op mij vreemd over dat alleen de boer transpireert.
Niet de handen, maar de boer grijpt de gaffel vast.
@Nel en @José, dank voor het lezen.
@Ineke, dank voor je nuttige feedback. Ik heb een aantal aanpassingen gedaan.