Geef me iets. Iets waarop ik me kan verheugen of iets om op terug te vallen als het minder gaat. Geef me iets om naar op- en uit te kijken. Geef me iets stom, maar iets dat ik kan koesteren. Geef me warme zonnestralen op een koude winterdag of geef me een traan en daarna een lach. Geef me zin. Zin in alles en zin in de zin van zin hebben. En vertel me letterlijk alles. Vertel me waar je aan denkt, wat je ziet en wat je hoort. Vertel me wat je voelt. Dan zal ik luisteren. Of ook niet. En je stiekem aanstaren en je aanraken. Mijn vingertoppen op je huid. Geef me iets om lief te hebben.
Als doorlopende tekst vind ik dit stukje niet echt tot zijn recht komen. Daarvoor neigt het misschien te veel naar het dichterlijke?