In het donker zie ik een silhouet op de stoep. Zichtbaar dronken, mompelend, op handen en voeten op zoek naar iets. Ik twijfel: zou ik hem helpen zoeken of toch maar stiekem verdwijnen?
Ik krijg de kans niet om erover na te denken, want het silhouet spreekt me aan met dubbele tong in een walm van alcohol en tabak: ‘MMMMijn-hhheer, wil u niet helpen zoeken, alstttubblieft? Ik vind mijn sssssleutel niet.’
Ik vloek binnensmonds, maar hurk toch naast hem. Hij laat een vreselijke boer, die over het verlaten plein echoot. Kon ik nu mezelf maar wegtoveren, denk ik. En dan zie ik de sleutel in zijn broekzak blinken. Ik wijs ernaar en hij lacht: ‘Juist ja, ik zzzocht het sleutelgat.’
De zin ‘wil u niet helpen zoeken’, is wel zo passend in dit stukje.
Grappig tafereeltje!
het sleutelgat licht niet op straat
haha… nou, die is aardig de weg kwijt
Excuses, ik was anoniem
Grappig Benny
hahaha, paar Duvels te veel op
goed geschreven @Benny