‘Geef me de mosterd eens aan.’
‘Een lepel goudgeel voor mijn vrouwtje.’
‘Getsiederrie, wat ben je toch een smeerkees!’
‘Je wilde toch mosterd?’
‘Ja, maar niet dáár sukkel. Hoe krijg ik dat er nu weer uit? En kijk nou niet zo onbenullig.’
‘Het staat je anders prima. Kleurt goed bij je felblauwe ogen.’
‘Sinds wanneer ben jij zo complimenteus?’
‘Sinds jij je in mosterdgeel tooit, schat.’
‘Geel is de kleur van haat, wist je dat?’
‘Nee, maar ik zal er in het vervolg rekening mee houden. Dan krijg je ketchup van me, rood is tenslotte de kleur van de liefde.’
‘Weet je wat, stik er lekker in.’
‘Wat ga je doen?’
‘Kijken of roomwit goed bij je reebruine ogen staat!’
Beste Karin Gene, welkom op 120w! We vinden het leuk dat je meeschrijft op onze site! Als je vragen of opmerkingen hebt horen we het graag, bijvoorbeeld op ons schrijversforum. En vergeet niet dat je altijd in gesprek kunt gaan met je collegaschrijvers via de reactiepanelen.
Groeten en veel 120 woorden lees- en schrijfplezier gewenst!
De 120w-redactie