Het verbaast mij niks dat ze me aanstaren, wel dat er gesmoesd en gegiecheld wordt door een stel pubermeisjes. Zo raar zie ik er nu toch ook weer niet uit met mijn zonnebril op terwijl het hartstikke grijs weer is? Ik moet wel, ik verdraag geen licht doordat ik snotverkouden ben. Mijn ogen tranen, mijn neus is knalrood van het vele snuiten. In de supermarkt zet ik mijn zonnebril af en al tranend zoek ik mijn boodschappen bij elkaar. Bij de kassa zegt de caissière: “Mevrouw, er hangt iets uit uw neus. Het lijken wel twee tampons”. Oeps, helemaal vergeten: In beide neusgaten zit een opgerolde tissue die uitstekend de kriebels in mijn neus en de daarbij horende niesbuien voorkomen.
Sorry Wilma, dit is helemaal niet inhoudelijk relevant voor jouw leuke stukje, maar dit is het 7500e gepubliceerde stukje hier op 120w!
Alle schrijvers gefeliciteerd! Zonder jullie was 120w een onbeschreven vel papier. En ook alle lezers bedankt! Zonder jullie was 120w een ongelezen boek.
@Frank Een uitgelezen titel in dit geval. Proficiat.
Wilma, goed gelukt deze opdracht!
Creatief, Wilma! Ik vind wel in de laatste zin “en de daarbij behorende niesbuien” overbodige uitleg.
Tja, Leonardo daar heb je misschien wel gelijk in. Maar ik kwam anders woorden tekort en had al een paar pogingen achter de rug.
Dat bewijst dat schrappen eenvoudiger is dan erbij verzinnen
Maar serieus: in flitsfictie “moet” ieder woord functioneel zijn …
Oké Leonardo, daar heb jij meer verstand van dan ik. Maar het is toch ook een leuke woordspeling. Uitstekend,de zakdoeken staken uit (mijn neusgat).
Sterk begin dat uitnodigt tot verder lezen. Ik sluit me aan bij de comments over het eind, maar wel een goed stuk met een