Als kind en jongeman was ik bang voor bloed, zelfs al als ik het woord hoorde uitspreken, laat staan bij een bloedneus. Ook het zien van een injectienaald was mij een gruwel.
Als eerstejaarsstudent moest ik medisch worden gekeurd. Uiteraard werd er ook bloed geprikt en kon ik daar niet goed tegen. Ik dacht me echter groot te houden. Na het onderzoek liep ik duizelig weg en viel op de gang flauw. Toen ik bijkwam zag ik een Marokkaanse schoonmaakster. ‘Moet ik dokter roepen’? Opnieuw hield ik me groot, ‘neen dank u wel’. Alles was wazig, de bril was kapot. Bij de opticien bestelde ik die middag een nieuwe. Later is het met die angst voor bloed gelukkig goed gekomen.
‘moest ik voor een sportkeuring uitgebreid medisch worden gekeurd’ > dat is dubbelop. Je werd niet gekeurd voor de keuring, maar voor de opleiding.
‘afschaffen’ > aanschaffen
Leuk stukje, maar ik vind de laatste twee zinnen een beetje een anticlimax. Ik zou liever zien dat de schoonmaker bv iets grappig zegt ofzo
Beste Inge,
Je opmerkingen snijden hout, dat afschaffen, daar las ik overheen, en die werkster blijft ook een beetje in de lucht hangen, ik overweeg het stukje te herschrijven. Groet, jose
@Jose, eens met Inge. Zou een andere slotzin kiezen.
Ik heb het stukje nu aangepast en naar mijn gevoel ook verbeterd, het oordeel is aan anderen!