Het was een prachtige stad. Een stad vol magnifieke gebouwen met ornamenten in het kleinste detail. Toen kwam de maffia. Zij bouwde grote flats waarin lijken en geld verdwenen.
Het was een prachtige stad. Een stad vol met Italiaans gezang, spelende kinderen en paarden. Toen kwam de auto. Het geluid van de motor vulde de straten en de uitlaatgassen vervaagde de laatste schitteringen.
Het was een prachtige stad. Een stad vol aroma van de lekkerste gerechten bereid met locale producten. Toen kwam de grote supermarkt. Hand in hand met MacDonalds versloeg zij de verfijnde keuken.
Het was een prachtige stad. Een stad vol schoonheid en cultuur. Toen kwam gulzigheid. Meer geld en meer macht. En alles van werkelijke waarde verdween.