Ik fiets naar huis en voel me verdrietig.
Er is me onrecht aangedaan.
Ik ontvlucht de plek des onheils.
Ik wil weg, alleen zijn, alleen terwijl ik me eenzaam voel, onbegrepen.
Ik fiets door de natuur en dan zie ik in de verte een vrachtwagen naderen.
Er dringt zich een gevoel in me op, een gedachte.
“Als ik nou de weg op zou fietsen, recht voor die vrachtwagen, dan zal alles in een klap voorbij zijn”.
Een gevoel van absolute rust maakt zich van me meester.
“Dood zijn is niks meer dan eeuwig slapen toch”?
Dan schrik ik wakker uit mijn hypnotiserende gedachte.
Ik besef dat dit niet normaal is.
Ik haast me geschokt naar huis.
Dokter, ik ben suïcidaal!
In haar geval snap ik het wel een beetje