Als we om acht uur begonnen deden we meteen de grill aan. Ruud ging nog even een peukje roken bij de expeditie uitgang en ik maakte de mandjes klaar met aluminium folie. Hij was niet zo’n ochtend mens. Maar met een paar peuken, wat zwarte koffie en een paar seksistische grappen was hij er gauw weer. Soms rook je een zweempje drank bij hem ’s ochtends.
Ondertussen vulde ik de manden met het gemarineerde Zeeuws spek. Dat had ik van hem geleerd: ingesneden varkensbuik, liters ketjap en speciale kruidenmix. En dan maar grillen. Als rond negenen de buffetten waren gevuld, haalden we het spek eruit. Stiekem samen proeven, in de spoelkeuken. Dat waren prachtige tijden. Ik zal ze niet vergeten.
Rauwe bonken ontbijt? Mooi geschreven!;-)