De zon straalt. Badgasten krioelen onbekommerd over het strand. Als in een mierennest. Die ogenschijnlijke chaos heeft een hypnotiserende werking op haar onrustige geest.
Minutenlang staart ze omlaag. Veilig op het dakterras, twaalf hoog. Dit penthouse had haar thuis moeten worden. Maar de prijs die zij daar dagelijks voor betaalt is hoog.
Na een moeizaam huwelijk heeft hij haar opgeraapt. Haar hang naar liefde en luxe belonend en bespelend. Langzaam maar zeker werd zij de speelbal van zijn nukken en verloor zij haar identiteit.
Ze loopt naar de rand. Aarzelend. De zee is rustig maar golven van emotie overspoelen haar gedachten. Ze kan niet meer, wil niet meer. āHelena?ā Ze verstijft, draait zich langzaam om en glimlacht. Nog ƩƩn keer.
Vrijheid volgens Sartre.
Eigenlijk moet er eens een leuk stukje geschreven worden over degene die de stukjes lichaam van de grond moet schrapen.