Daar lig je dan. Je laatste hartslag heeft geslagen, je laatste ademtocht is uitgeblazen, je laatste maal is opgegeten. Je bent werkelijk dood. Je ogen staren doelloos, en kijken naar iets waarvan alleen jij kan weten of het iets werkelijk niets is. Verdrietige vingers sluiten jouw ogen. Dan sluit de kist. Al wat rest is een geluidloos duister.
Je vinger beweegt, je hartslag slaat, je slaakt een diepe zucht. Je leeft! Je ogen staren opgetogen het duister in. Maar alleen jij weet dat je leeft. Een paniek maakt zich van je meester. Je schreeuwt: “Ik wil eruit!” Je zuurstof raakt op, spoedig is je laatste ademtocht opgezogen.
Rouwenden treuren om je dood, en terecht, het is werkelijk een treurige dood.
@Johan, weet je wel dat je me bijna elke morgen voor het ontbijt met mijn neus op mijn werk drukt?