Ineke Wolf heeft mij een vraag gesteld.
In een democratische rechtsstaat staat de burger niet met lege handen als hij meent dat hem onrecht wordt aangedaan door de overheid. In Nederland hebben we, naast het burgerlijk recht dat onder meer de betrekkingen tussen partijen in het zakelijke verkeer regelt, en het strafrecht, waarmee mensen te maken krijgen als ze verdacht worden van strafbare feiten, het bestuursrecht. Tegen overheidsmaatregelen staan gewoonlijk rechtsmiddelen open, zoals beroep en bezwaar. Zelfs wetten kunnen getoetst worden aan internationale verdragen. De Raad van State stelt regelmatig de Staat in het ongelijk als burgers een beroep doen op deze hoogste bestuursrechter. Maar ook in dit geval gaat het om het vertrouwen dat we in onze rechters stellen.
Dankjewel, Leo. Die laatste regel is me niet duidelijk. Hoe bedoel je dat precies?
@Ineke Wolf. Er zijn mensen die zo’n wantrouwen koesteren tegen de overheid, dat ze ook rechters niet vertrouwen. Tenslotte worden die benoemd door de regering. En in de Raad van State zitten veel oud-politici! Allemaal handen op een buik, die dekken mekaar toch, zeggen die complotdenkers. Wie zal de wachters bewaken? Als iemand zo denkt, houdt alles op, dan verliest het recht zijn rechtskarakter en is er ook van democratie geen sprake. Ik hoef niet te zeggen dat ik het met die denkwijze grondig oneens ben.