Bioloog Wilting was kruiden aan het onderzoeken in het Braziliaanse regenwoud. Op zeker moment kreeg hij een splinter in zijn voet. Gelukkig was deze eenvoudig te verwijderen. Toen hij weer thuis was had hij nog steeds last van de wonde; hij begon zich stijf en koortsig te voelen en kreeg last van hoofdpijn. Nadat hij een weekje thuis was besloot hij maar eens een afspraak met zijn huisarts te maken; zijn hoofdpijn werd ondraaglijk. De dokter vroeg of Wilting wilde gaan zitten. Wilting excuseerde zich en zei dat hij daar te stijf voor was, en vertelde over zijn hoofdpijn en koorts. Toen hoorde de dokter een krakend geluid. De schedel van Wilting was opengebroken en er groeide een tak uit.
snelgroeiend tropisch hardhout, het bestaat dus! Waar maken we ons dan zorgen over, de regenwouden blijven bestaan.
Vandaar ook mijn angst van vroeger als ik een pitje van een appel doorgeslikt had. “Groeit er straks een appelboom uit je oren.” En ik hoopte nog dat het een grapje van mijn vader was.
Na je vorige stukje lag dit plot wel redelijk voor de hand
Ik ben alsmaar aan het werk met je stukjes: zieken en dooien…. Kun je weer één over de liefde schrijven alsjeblieft;-)