Er was eens een oude eik. Zijn land was onherbergzaam geworden. Alleen zand, wind en zand. Ook hijzelf oogde steeds ruwer. Soms vroeg hij zich af of hij versteend was.
Op een dag hoorde hij hoefgetrappel. Briesend stopte een paard, een meisje sprong af.
‘Eik.’ Ze knielde, lange haren wervelend om haar hoofd. ‘Bewaar mijn ziel.’ Ze wierp haar ketting.
Dagen verstreken, jaren.
Hij wachtte.
De breekbare hanger lag diep verborgen in zijn stam. Plots voelde hij de eerste druppel.
Haar ziel huilde.
De tranen gaven hem bladeren, later bloesems. Een bron ontsprong, een oase, steeds verder spreidend groen.
Hij wachtte.
Duizend jaar later, een legioen doemde op. Allen bogen. Zij, koningin nu, stapte naar voren. ‘Waker van mijn onschuld.’
Mooie beelden, Ben!
Die continue spanning; knap gedaan Ben!
Alle ingredienten van een sprookje bevat dit beste kortste sprookje van de wereld: verlies, liefde (zonder dweeperig gedoe), overwinning en bovenal mysterie. Ik voel de goddelijk ongrond meer dan ik ooit in menig kerk gevoeld heb.
Prachtig!
Mooi geschreven, diepzinnig en mysterieus, maar bovenal symbolisch!
geweldig de oude eik.
een tien met een griffel.
sfeervol!
Dat is sprookjesachtig van opbouw en inhoud, mooi zeg!