Het was oorlog in de kabouterwereld. Er waren duidelijk twee kampen ontstaan, die zich hadden teruggetrokken in een eigen paddenstoelendorp. Er werd beraadslaagd wat te doen om ādie anderenā eens een lesje te leren. Of dat zou uitmonden in het leksteken van de banden van de eikeltjeskar of in een moordpartij met de scherpgeslepen hakbijltjes, niemand wist het, maar men bereidde zich voor op het ergste.
Waar ging die tweestrijd nu eigenlijk over? Om het wel of niet gebruiken van de bosklaverbladblazer. De ene groep wilde een schoon en opgeruimd klaverbos, de anderen vonden dat de blaadjes moesten blijven liggen omdat het beter zou zijn voor het ecosysteem.
Hoofdkabouter Salomootje moest een bindende uitspraak doen. Zuchtend beklom hij het trapje.
Haha, leuk Willem. Kabouters zijn net mensen.