‘Het ziet zwart van de mensen, Jan.’
‘Let op je woorden, Katrijn.’
‘Dat is gewoon een uitdrukking. Wil je een moorkop?’
‘Chocobol, Katrijn. Doe je mondkapje voor.’
‘Waarvoor? We zijn toch een gezin?’
‘Je hebt haring gegeten. Met ui.’
‘Wat doen al die BN’ers hier, Jan?’
‘Die zijn er altijd als je ergens voor of juist tegen moet zijn.’
‘Wij hebben geen donkere pop in onze verzameling, Jan.’
‘Nee. Want dan doen we het ook weer niet goed, Katrijn.’
‘We spelen wel voor donkere kinderen.’
‘Ja, álle kinderen vinden ons leuk.’
‘Zwarte Piet ook.’
‘Niet zo hard, Katrijn.’
‘Een homo hebben we ook niet.’
‘Heeft geen zin.’
‘Hoezo niet?’
‘Als die uit de kast komt, ben je hem weer kwijt.’
Han, de Dam wordt inmiddels te klein voor Jan en Katrijn.
@Ewald. Daar lijkt het wel op!