âMeneer, kunt u niet lezen?â
âPardon?â
âDat bord daar.â
âWelk bord?â
âDaar, tegen dat grijze gebouw.â
âNee, te ver weg.â
âDageraad, staat erop.â
âJaâŠ? Een bejaardentehuis, neem ik aan. Want zo heten ze allemaal. Of Avondrood.
Dat is mijn voorland. Nou, dan ben ik lieverâŠâ
âNee meneer, het is een school. En u staat hier te roken.â
âZiet u een kind?â
âNee, maarâŠâ
âNou dan. En als ze me konden zien, denkt u dan echt dat ze door een oude man met een shaggie getriggerd worden? â maar voor u maak ik âm uit. Ik mag natuurlijk een vrouw in uw positie niet in de verleiding brengen. Tjonge, hoeveel maanden bent u onderweg?â
ââPositieâ?! Ik ben al tien kilo afgevallen, meneer.â
dat lijkt me pijnlijk als zwangerschap wordt verward met overgewicht