Van binnen ratelt, rochelt en zoemt het alsof ik in een wasstraat zit. Een hoge pieptoon klinkt in mijn oren, mijn ogen branden. Aan de randen van mijn blikveld is het donker, wat een tunnelgevoel geeft. Een groot deel van de wereld verschuilt zich in het duister.
In mijn borst woelt nog steeds de onrust, ondraaglijk. Walgelijke gedachten worden in mijn hersenpan geprojecteerd. De nachtmerrie van vannacht komt terug. Ik zie het glimmende staaldraad dat gebruikt wordt om door vierkante blokken taaie boetseerklei te snijden.
De kleuterschool in helder voorjaarslicht. Juf snijdt de klei met de kleur van olifantenstront. Het staaldraad voelt ijskoud als het met grote kracht tegen mijn keel wordt gedrukt en ik niet kan stoppen met grijnzen.
Recente reacties