‘Wat neem je allemaal mee? Het is maar voor één nachtje, hoor. Maar vergeet Kuifje niet.’
‘O ja.’
‘Weet je zeker dat je bij Patrick wilt logeren? Het hoeft niet.’
Stom, ik moet hem niet aan het twijfelen brengen.
‘Nou, veel plezier dan. Tot morgen.’
De luchtdruk lijkt lager in huis. Stilte brengt nog geen rust.
Tien uur, er wordt aangebeld: ‘Hij wil toch liever in zijn eigen bed slapen,’ zegt de buurvrouw.
De tas met niet-gebruikt speelgoed gooit hij kwaad in een hoek: ‘Patrick is stom.’
‘O, waarom?’
‘Hij vindt Kuifje stom.’
Ik blijf grotemensenneutraal.
‘Ga maar lekker slapen.’
‘Ik vind Asterix stom,’ pruttelt ie na.
‘Goedemorgen, Patrick. Ik zal het hem vragen.
Patrick vraagt of je komt voetballen.’
Leuk verhaaltje.
@Lousjekoesje. Dank je wel.