Alonso en Gabriel zijn Portugese straatkatten, wonen in een havenstadje onder een brug in Portimão aan de rechterkant van de Rio Arade, dicht bij de dagelijkse vismarkt. Ze zijn dol op sardientjes.
Alonso heeft een blikje gepikt, prikt er een gaatje in, het bolt op en het deksel springt eraf.
‘Que foda, vloekt Alonso. ‘Gabriel,’ zegt hij, ‘in een sardienendoosje zitten meestal acht sardines, maar hier zit een opgeblazen haring tussen. Die kun je niet eten.’
‘Haringen in een sardienendoos?’
‘Een sardientje dat allergisch is. Het hanteerde een dubbele moraal in de sardienenschool, zegt bij leven voortdurend wat er gepast is en ongepast, blaast zichzelf bij dood zo op dat het op een haring lijkt en is daardoor volkomen smakeloos.’
Recente reacties