Amerikadeskundige, Ruslandkenner, terreurspecialist… Laatstgenoemde doet me denken aan een in te huren terrorist, maar dit terzijde.
‘U moet niet alles geloven,’ zegt de gereedschapsdeskundige. ‘De vijl in de cake… U kunt zich voorstellen wat een lawaai dat maakt, een tralie doorvijlen. Onzin!’
‘Ik dacht dat zoete vijl zijn naam eraan te danken heeft.’
‘Welnee.’
‘Bestaat er ook een zoute vijl dan?’
‘Nee. Een zoete vijl heeft een fijne structuur. Kijk maar. Niet met uw blote handen! Eerst handschoenen aan. Het is een waardevol oud stukje gereedschap, uit de negentiende eeuw.’
‘Het ziet er nog zo nieuw uit.’
‘Gekocht van een antiquair. Waar kijkt u naar?’
‘Het gedeeltelijk weggevijlde merkje; mag ik uw loep?’
‘Kunt u het lezen?’
‘GA…M… Of zoiets.’
@Han. Grappig bedacht. Zou het niet duidelijker overkomen als je 1 i.p.v. 3 puntjes gebruikt? Niet dat ik een schrijfdeskundige ben natuurlijk.
@Ewald. Dank je! Haha, ik heb me zitten kloten met puntjes en streepjes. Drie puntjes geeft misschien het turen, proberen te lezen aan. Nu begin jij weer; het zijn altijd weer die deskundigen.