‘Komt oma Cactus ook met kerst, mama?’
‘Ja, en ze heet Carlijn.’
‘O.’
‘Vind je haar niet lief?’
‘Jawel, maar… Is ze vroeger mijn opa geweest?’
‘Je opa? Hoe kom je daar nou bij?’
‘Mannen kunnen toch vrouw worden?’
‘Ja, maar niet oma Carlijn.’
‘Ze prikt zo.’
‘Vrouwen prikken wel meer als ze wat ouder worden.’
‘Heb jij dat ook al?’
‘Wat?’
‘Haartjes op je kin.’
‘Nee, zeg. Ik ben toch nog niet zo oud?’
‘Maar je scheert je wel.’
‘Nee hoor.’
‘Jawel, want op vrijdagavond mag ik nooit de badkamer in, omdat je je dan moet scheren.’
‘O, dat is ander haar.’
‘Wat voor haar dan?’
‘Eh… nou… ander haar.’
‘Prikt dat net zoals de haartjes van oma Cactus?’
Leuk stukje. Toch kan ik me niet voorstellen dat het kind niet blijft doorvragen over wat voor ander haar er dan bedoeld wordt.
@Hekate. Ja, eigenlijk heb ik wat meer woorden nodig.