‘De blauwe of die zwarte?’
‘Ja Kees, zeg jij ook eens wat, vind je Marie die lange jurk mooi staan of niet? Jij moet ernaar kijken tenslotte.’
Mijn vrouw en schoonzus komen er maar niet uit. Dag nummer drie, winkel nummer zes.
Ze hebben beloofd dat we straks gaan lunchen. Ik wil bier. Het is vakantie. Ik wil naar bruine strandbilletjes kijken.
‘Kees, deze jurk kost de helft meer dan die ene groene van gistermorgen. Moniek vindt hem mooier. Wat vind jij? Of moeten we terug naar die zaak aan de promenade?’
Marie kan ik al lang niet meer over de drempel tillen. Schoonzus Moniek is nog erger.
Ik zucht zonder hoop op verlossing een voorstel: “Neem die blauwe maar.”
Wat een leed deze week; het vliegt ons om de oren.
Ewald: soms valt het goed te maken, soms is het wat het is. Maar het kan altijd erger.
@Berdien. Wat een problemen!
er naar kijken – ernaar kijken
“Neem die blauweâ€. – “Neem die blauwe.â€
Han: is het altijd ernaar kijken? Nog zo’n probleem.
@Berdien. Ja, het is ernaar kijken. Maar… ‘Het is een mooie bioscoop, volgende maand zullen we er naar de première kijken.’ (Naar hoort hier bij première, dus los geschreven.)
•Ze zal ernaar streven dat alles perfect is. (= ze zal streven naar iets, zoals in: ze zal streven naar perfectie)
•De jongens verlangen ernaar weer bij hun ouders te zijn. (= de jongens verlangen naar iets, zoals in: de jongens verlangen naar hun ouders)
•Wie komt er naar de reünie? (naar hoort bij de reünie)
•Een stoeltjeslift leidt er naar de top van de berg. (naar hoort bij de top van de berg)
Prachtige zin is deze:
‘Kees, deze jurk kost de helft meer dan die ene groene van gistermorgen’. Dat kunnen denk ik alleen vrouwen zeggen. De zin is een puzzel op zich (en zeker niet op te lossen wanneer je gewoon alleen maar een biertje wilt drinken).