‘Wat? Geen vlaflip? Ze weten toch dat hier ook Nederlandse toeristen komen? Denken ze soms dat ik zo’n kleffe merengón neem? Wat is dit voor service?’
‘Gerard, wind je niet zo op; we zijn hier nu eenmaal in Colombia. Hier hebben ze andere gewoontes en dus ook andere toetjes.’
‘Wat is dat voor onzin? In Nederland kun je ook op elke straathoek baklava krijgen, of crème brûlée, of tiramisu, of pavlova. Waarom passen die lui zich hier dan niet aan ons aan? Ik wil nú de manager spreken!’
De rekening hoefden ze sowieso niet te betalen; de zus van de manager was getrouwd met een Nederlander, dus het was een hele eer om Gerard en Annemiek te gast te hebben.
Recente reacties