‘Mathilde, heb je effe? Ik heb een klant die een triootje wil’, zegt Lisette.
‘Spannende vent?’
‘Grijs pak, krijtstreep. Kraak noch smaak. Z’n mokkel zal wel net zo saai zijn.’
‘Ik ben die saaie kerels zat.’
‘Gemeier over poen, daar heb ik tabak van. Die pief wou voor een scheet en 3 knikkers.’
‘Als Jacky me vroeg zei ik nee, maar voor jou doe ik het.’
‘Dank je, schat.’
Ik loop achter Lisette aan naar haar kamer.
‘Kijk eens aan. Meneer ligt al klaar voor de show’, hoor ik haar zeggen.
Ze loopt naar de CD-speler en dan zie ik haar klant in vol ornaat. Het is Jaap Hendriksen, de boekhouder van het bedrijf waar ik overdag als telefoniste werk.
Een carrièremove ligt in het verschiet.
In de eerste regel begin je met ‘point of view’ vanuit de verteller, op de achtste regel ga je over in de ik-vorm. Dit komt een beetje verwarrend over. Jammer, want het verhaal zelf is erg goed geschreven en je hebt mooie woorden gevonden.