Oompje, een zeebonk met een buitensporig geribde borstkas, bevoer de zeven wereldzeeƫn. Nadat op de Yahtzee zijn schip brak heroriƫnteerde hij een onbewoond tot een bewoond eiland.
Elke vrijdag strandde op de kust een acht met stuurman. Zonder het besef nooit meer thuis te raken hongerden de acht telkens naar hun stuurman en romantiek: strand, sterrenhemel, kampvuur, barbecue, Jupiler, Bounty, ā¦
Maar nonkeltje stuurde de acht elke week met een kluitje in het riet en redde Vrijdagen.
Vrijdag de dertiende bracht Oompje ongeluk. Met zijn megafoon commandeerde die de acht in een baan uit het riet en samen overmeesterden zij mijn nonkel.
Hij eindigde zijn zeemansleven in het met hout kokend heet gestookte water van een ketel.
Deugddoend hoor, zoān jacuzzi!
@o Lekker gek verhaal. Ik begin je hang naar dubbel woordgebruik te herkennen.
Zo.
De ruige zeebonk werd een jacuzzi-fat, een soort zondagsmeisje.
Heel leuk. Nu zit gelijk in mijn hoofd: acht is meer dan duizend.
Waar het maar naar toe kan gaan met zo’n zeemans-oom!
Ik geniet van het Vlaamse woord: nonkel!