Onder de hemel bevindt zich een lichaam, het enige echte hemellichaam, mijn lichaam. Het belichaamt mijn hemel volledig. Hoe langer ik kijk naar mijn hemellichaam, hoe mooier het wordt. Geen zon, maan of wolk kan het verblinden noch verbloemen. Mijn hemellichaam is goddelijk. Het is god, del en lijk tegelijk.
God want ik aanbidt het als geen ander. Del want het smaakt naar meer, altijd. Lijk zodra het slaapt. De rust zelve. Moordend, dodelijk, zwart. Pikzwart in het donker. Mijn goddelijk lichaam. Mijn hemellichaam is hemels. Het smaakt zoet, zuur, zout, bitter maar vooral zalig hemels. Gelijk hemelse modder.
Gevechten wil ik houden met mijn lichaam. Hemelse moddergevechten, eindigend in amoureuze vrijpartijen. Me and my body. Whatelse, whomelse, whyelse, hemels.
Recente reacties